Werken als econoom bij de EU: “Alles wat ik doe, draagt bij aan goed onderbouwd beleid”

Weblogbericht | 02-07-2024 | EU-medewerker

“Algemene interesse voor economie en beleid had ik al op jonge leeftijd. Doordat mijn studie economie samenviel met de piek van de economische crisis, zag ik in de harde praktijk het belang van goed doordacht en gecoördineerd economisch beleid. Zo werd het mijn droom om daar aan te kunnen bijdragen. In mijn baan bij de Nederlandse nationale overheid kon ik dat deels, maar miste ik vooral de internationale dimensie. Steeds meer economische kwesties vereisen een internationale oplossing nu de wereld in razend tempo globaliseert. Op dat internationale toneel wilde ik dan ook dolgraag werken.”

“Het is fijn om  je werk in het nieuws terug te zien.” 

Lidstaten economisch vergelijken

Met haar baan als econoom bij de EU ging Daphne’s wens in vervulling. Sinds 2018 werkt ze bij DG ECFIN (het Directoraat-Generaal voor Economische en financiële zaken), waaronder als desk officer voor Nederland. Recentelijk is ze overgestapt DG BUDG (het Directoraat-Generaal verantwoordelijk voor het EU Budget). Waarin schuilt het grootste verschil tussen een baan bij een nationale overheid en werken bij de EU? Daphne: “Bij beide doe je publiek werk, maar de scope en onderwerpen zijn wezenlijk anders. Bij een nationale overheid is je focus de economie van dat land, terwijl je als EU-econoom veel vaker vergelijkingen maakt tussen landen. Zo zie je dat elke lidstaat weer andere economische uitdagingen en oplossingen heeft. Van die diversiteit kun je als econoom heel veel leren. Het maakt ook dat je in je werk nog iets meer wordt uitgedaagd. Goed economisch beleidsadvies vereist dat je de context van een land goed snapt en meeneemt in je berekeningen, analyses en conclusies.”

Projecten en werkzaamheden

“Als desk officer bij de DG ECFIN was ik nauw betrokken bij onze aanbevelingen aan Nederland voor het zogenoemde Herstel- en Veerkrachtplan, waarmee het land €5,4 miljard hoopt te krijgen van de EU voor herstel na de corona- en energiecrisis. Mijn rol was om de plannen te controleren op de toewijzingscriteria voor het betreffende fonds. We bieden ook technische ondersteuning aan lidstaten om ze te helpen de kans op toekenning van Europese financiële steun te vergroten.”

Een ander project waar Daphne met trots aan bijdraagt, is het meerjarig financieel kader, ofwel het Multi annual financial framework. “Dit raamwerk moet je zien als het totale budget van de EU voor de komende 7 jaar. Op basis van onze berekeningen en aanbevelingen is dit budget onlangs nog aangepast om meer steun te kunnen bieden aan Oekraïne, maar ook voor migratie en voor het versterken van het concurrentievermogen. Daarmee is de Europese begroting nu beter van toepassing op de huidige situatie. De volgende uitdaging is om het nieuwe meerjarige budget voor te bereiden.”

Bijdragen aan goed onderbouwd beleid

Daphne legt uit dat haar werk vooral op macro-economisch niveau regelmatig heel zichtbaar impact maakt. “De landenaanbevelingen die wij opstellen, beïnvloeden vaak het beleid van lidstaten. Zo vormde onze aanbeveling de basis voor het Herstel- en Veerkrachtplan van Nederland, waarmee het land aanspraak wil maken op een covid-herstelfonds voor lidstaten van de EU. Dan zie je dat je indirect aan het beleid van landen hebt bijgedragen – of daar in elk geval mede een basis voor legt. Dit weerspiegelt mijn hogere doel om als EU-econoom positief bij te dragen aan goed onderbouwd beleid.”

EU als moderne voorloper

Van een conservatieve werkcultuur is bij de EU volgens Daphne absoluut geen sprake. “Het is echt een mix van stijlen die per departement kunnen verschillen, net zoals je dat bijvoorbeeld bij de ministeries in Nederland hebt. In het algemeen denk ik dat er weinig klopt van het zakelijke en hiërarchische beeld dat mensen van buitenaf vaak van ‘Brussel’ hebben. Ik vind de cultuur bij de Nederlandse overheid zelfs wat conservatiever dan hier. De EU is daarin goed met zijn tijd meegegaan. Zie je bijvoorbeeld deze trui in snoepjeskleur die ik nu aan heb? Die draag ik ook regelmatig op kantoor. Er zijn ook collega’s die standaard kiezen voor een pak met stropdas. Het kan en mag allemaal en je wordt altijd serieus genomen. Casual Friday bestaat hier niet.”

Schoonheid tussen de chaos

Gevraagd naar een schets van wonen en werken in Brussel, krijgt Daphne direct een glimlach op haar gezicht. “Anders dan het saaie beeld dat mensen er soms van hebben, is Brussel een plek met humor. Niemand neemt zichzelf hier te serieus. Het is ook een stad met karakter en charme. De schoonheid daarvan schuilt op allerlei plekken tussen de chaos die je hier ook kunt ervaren. Het internationale karakter van de stad vind ik heerlijk. Van Vlamingen tot Grieken en alles daartussen: iedereen komt hier bij elkaar in de ontelbare gezellige restaurants en barretjes die je op elke straathoek kunt vinden. Ik ga hier voorlopig zeker nog niet weg.”